2015

terug naar de 2015 index

 


juni - juli 2015

pompebleden
ik loop over een dijkweg
tussen de weilanden
het is warm en windstil
tijd voor een pauze
zittend bij de slootkant
in vers gemaaid gras

de sloot ontroert me
het is vol met pompeblêden
hoe heten ze in het hollands?
een mooie plek om te sterven
denk ik, het water instappen
boven me verschijnt
een nieuwe hemel van pompeblêden
mijn leven: verschijnen en verdwijnen
daar tussenin een zoeken naar
een verdwijnpunt: stil, mooi en ver
maar voorlopig blijf ik zoeken

want ik hoor de boer aankomen
zijn zware machine
om het gras te keren
boven mij klepperen
de ooievaars opgewonden





koeien
het lot grijpt in, de afspraak gaat niet door
gelukkig want ik voel me niet lekker, zere keel,
zweterig en vannacht koortsige dromen
over starende schapen en loerende koeien
misschien teveel zuiderzeepaden gelopen

de bak aardbeien biedt zeker soelaas
een kilo voor de prijs van twee pond
verzaligd en verzadigd sluit ik mijn ogen
zon plus wind, het is goed te doen vandaag
de droom van vannacht komt weer langs
over loerende schapen en starende koeien
nu geruststellend en zelfs aanlokkelijk
eens na het verdwijnen lijkt me het verschijnen
met minder bewustzijn heel fijn, lekker kalm aan
vooral minder zelfbewustzijn, lijkt me bevrijdend

ergens op de buurt huilt een baby hartverscheurend
de moeder troost niet meteen maar maakt eerst een selfie
kijk dat bedoel ik nou: het ontwaken van zelfbewustzijn
gaat van au, ach en wee en eindigt als selfie-bewustzijn





hoest
het is avond, even een ommetje
via het bos naar de dijk
de zon is bijna onder
mijn hoest jaagt een kat weg
(dat verbeeld ik mij tenminste)

in het bos hoor ik boven mij
een specht roffelen
als antwoord op mijn hoest
(dat verbeeld ik mij tenminste)

ik leg mijn hand op de stam
en hoop de roffel te voelen
mijn hoest maakt de vogel stil
(dat verbeeld ik mij tenminste)

op de weg naar de dijk hoor ik
kraaien krassen op een lantaarnpaal
ze zijn doof voor mijn hoesten
(dat verbeeld ik mij tenminste)






geslaagd
de wekker is niet gezet en ik ontwaak pas
wanneer ik volledig ben uitgeslapen
ik blijf liggen - door de open gordijnen
zie ik de bomen loom bewegen in de wind
de zon flikkert en flonkert op de bladeren

de agenda is leeg, de koelkast vol
geen plan of voornemen komt in me op
zie eens hoe de wind schommelt in de boomtoppen!
kijk eens naar het lichtspel van de zon op het groen!
is het niet een teken van geluk dat ik mezelf herhaal?

tegen de middag schrik ik op van een appje:
Bid je even voor Anna? Ze wordt zo gebeld x
goed - ik wend me tot de zon, de bomen en de wind
heen en weer, flonkers en schitters, het is goed
en dan wat later weer een appje: geslaagd!!!!!! xxx

er is zo weinig nodig
voor een geslaagde dag





naarden
met onze analoge gediafragmenteerde ogen
probeerden wij met een hoekmeetzoeker
de compositie van het haakse stratenplan
van Naarden te belichten en we besloten
gezien de krappe sluitertijden die ons restten
tot een gecropte versie van de gulden snede
die ons nog voldoende scherptediepte gaf
voor een romige bokeh van beslissende momenten

onze mening was na deze dag niet veranderd:
canon en nikon ten spijt; bierglas is het beste glas
en de bruinbalans van bitterballen blijft onovertroffen




gooimeer canta
iedereen tevreden en blij
dat is voor vandaag mijn wens

weg met de zware woorden
onder donkere beelden
terug naar het oude vertrouwde
van het reeds verkende bekende
geen somber gemijmer
vanaf een 30 meterplank
boven een zwembad zonder water

kom maar in: zonsondergang,
avondwolken boven een pseudo-zee
en een Canta als ultieme rood trip





albion
vannacht verscheen in mijn droom een visioen
ik liep en sliep op oude stenen van Albion
de nevelen leken wolken of oude zielen
de schaduwen van kraaien vervliegende gedachten
bij het zwarte water van Avalon hield ik halt
de zielenroerselen schenen mij zwanen toe
ik ontwaakte als een wetende zonder kennis






hittelicht
de hitte golft over den lande
oksels klotsen, broekjes soppen
bejaarden sterven, dieren lijden
de hitte plant tropenroosters
de ijscoman rijdt de elfstedentocht
de tropen roostert hitteplannen
veel drinken maar verspil geen water
luchtig kleden, factor 50 smeren
houd het hoofd koel, verlies het niet





gooimeer zwanen
het is laat op de avond en nog licht
ik fiets over de dijk terug naar mijn huis
bij het surfstrandje stop ik even
een ouder stel passeert me met volle tassen
na hun beleefde groet ben ik alleen
ik loop het strand op naar de branding
niet meer dan een heen en weer schuivende rimpel
het water van het gooimeer is vlak en leeg
de horizon gloeit geel onder de donkerblauwe hemel
ik leg mijn kleren op een stapeltje in het zand
in mijn zwarte wibra onderbroek loop ik het water in

het lauwwarme water omsluit mijn lichaam nu helemaal
mijn lippen raken het wateroppervlak en op ooghoogte
deint het gooimeer kalm op en neer, glad en glimmend
ik draai me om op mijn rug en blijf drijven
boven mij zwenkeen en keren tientallen zwaluwen

dan: in mijn ooghoek zie ik een zwanenfamilie
op 20 meter afstand statig voorbij zwemmen
vader- en moederzwaan en 5 opgeschoten jonkies
ademloos en bewegingsloos zie ik dit aan
wanneer ik mijn vingers moet bewegen om te drijven
merken de vogels het en maken ze wat meer vaart
heel koninklijk, zonder haast, bijna hautain

wat later fiets ik weer over de dijk naar huis
de zwanenfamilie zwemt parallel aan de dijk
ik haal ze in en passeer ze voor de afslag
de ouders kijken naar mij, op hun hoede
ik neem een foto, een laatste blik en rij de dijk af
een gevoel van droefheid overvalt me, alsof ik ontwaak
uit een mooie droom die ik niet mag herinneren






kersen
hoewel ik van plan was aardbeien te kopen
kocht ik vanmorgen op de markt een pondje kersen
terwijl ik eigenlijk niet zo van kersen hou
ik vond de verkoopster van de kersen namelijk
leuker, sympathieker, sexyer dan die van aardbeien

ik denk dat ik met deze metafoor
het dilemma van mijn leven te pakken heb
hier moet ik nog even rustig over nadenken
het betreft namelijk thema's als liefde, dood en vrouwen
voorwaar geen kattenpis en dat in komkommertijd






poel
de hele dag dreigt het te regenen
maar de eerste druppel wil maar niet vallen
de atmosfeer is klam en na een poosje
plakken mijn kleren op mijn huid
ik loop via het bos een rietveld in
het ligt lager gelegen in een kom onder de dijk
er bloeien zeldzame orchideeën is mij verteld
een smal paadje slingert er door heen
omdat het riet nu minstens 2 meter hoog is
zie ik alleen maar een groene muur om me heen
en boven mij als uitzicht een strook grijze hemel

na een tijdje lopen in deze groene stille jungle
verlies ik het besef van ik, tijd en plaats
mijn voeten nemen een afslag, smal en zompig
de rietbodem veert en deint bonder mijn schoenen
het pad wordt natter en loopt dood in een kleine poel
voorzichtig zet ik nog een paar passen
er klinken twee kleine plonzen achterelkaar
twee waterkringen verrimpelen in stilte
ik voel mij getroost maar ook nattigheid
en doe snel een paar passen achteruit
voordat mijn schoenen helemaal vollopen






duiven
het gesprek van de dag, iedereen heeft het erover
heb je het al gezien: pluto heeft een nieuw gezicht!
heb je het al gehoord: griekenland houdt de euro!
heb je het al gelezen: iran wil geen bom meer!
het gesprek van de dag, iedereen heeft het erover

geloof je dat echt?
de waaiende wind, de gravende mol, de bloeiende jasmijn,
de e.coli bacterie in de darm van het zeepaardje
wat weten zij van pluto, van griekse schulden en een bom?
en die kluivende duiven op het dak daar?
worden zij opgewonden van dat hart op pluto?
of ongerust over de aanstaande verkoop van acropolis?
worden ze blij dat de ayatollahs nu voor de vrede kiezen?
geloof je dat echt?

nee duiven willen maar één ding weten:
kun je koeren en kluiven op pluto?







noarderleech
ooit dacht ik: het moment der momenten moest een mooie dag zijn
de zon zou warm schijnen en de vogels zouden lieflijk zingen
in de blauwe hemel, omringd door bergen, zouden wattige wolken drijven
en om mijn hoofd zouden vlinders fladderen als een laatste vrolijke groet
maar sinds dit weekend weet ik dat het anders kan en mag zijn
de dag die aan de alle dagen en aan het proberen een eind zal maken
mag zich ook majesteitelijk donker en stil verheffen boven een leeg landschap
en het geblaat van de schapen zal me even lief zijn als het gekweel der vogelen

net toen ik bijna in trance raakte, me overgaf aan het glorieus inzicht van dit visioen,
hoorde ik een auto achter me toeteren en zag ik, zoals afgesproken, mijn redders






blue moon
in zo’n nacht zou ik het liefst
met je willen dansen in de maneschijn
daarna zouden we naakt in het gras liggen
en ons baden in het zilveren maanlicht
als jij er maar was, dan zou je bij me zijn,
maar jij bent er niet, omdat ik je nog niet ken
blue moon - nu moet ik het maar doen met blue moon




terug naar de 2015 index

© geert van der wijk - 2023